Recensie Mieke
21 november 2024
Fotocredit:

Recensie Mieke: Waterland van Marieke van der Pol

In de zomer van 1959 verhuist een jong naar een dorp in een gebied dat als Waterland bekend staat.

Waterland ★★★★

Ik las dat Marieke van de Pol helemaal niet van plan was om dit boek te schrijven. Het ontstond. Ze wilde verhalen uit haar jeugd opschrijven voor haar kleinzoon van twaalf. ‘Gewoon voor de lol, zodat hij later kan lezen wat zijn oma als kind heeft meegemaakt. Ik ben uit mijn herinneringen gaan schrijven en heb geen research gedaan. Losse verhalen, maar wel chronologisch’, zegt ze daarover. Dat werkt wonderwel. Het zijn eigenlijk scènes. Geen wonder, Van der Pol is scenarioschrijver.

Verteller is de tweede dochter in een rij van vier. Als het vierde zusje zich aandient wordt de Amsterdamse etage wel erg klein. Ze gaan verhuizen naar een nieuwbouwwijk in een Noord-Hollands dorp. Het is 1959. Het hele gezin gaat, op de fiets naar het nieuwe huis in aanbouw kijken. Zo begint het. ‘Mijn zusjes en ik bleven kreten slaken: wat groot is het hier! Tien jaar zullen ze blijven en dat is precies de tijd die Van der Pol beschrijft.

Zelden las ik een boek waarin ik zoveel herkende als in Waterland, terwijl ik uit een totaal ander gezin kom, protestant in plaats van katholiek. Het moet de tijdgeest van de naoorlogse wederopbouw zijn, die uit alle zinnen opstijgt. De hoogtezon, het u zeggen tegen je ouders, de koude winters, de eigengemaakte jurken, het spelen op straat en het schrijven met de kroontjespen: het waren allemaal plofjes in mijn brein: o ja, zo was het! En wat is die wereld bijna voorgoed verdwenen. Melancholiek word je ervan.

Ook bij mij in het dorp was een snoepwinkel, waar je dan een zakje zwart op wit kocht. Of Bazooka Joe, de mierzoete roze rechthoekige Amerikaanse kauwgom, verpakt in een mini-stripverhaaltje over een jongen met een petje en een ooglap voor. ‘De verhaaltjes waren in het Engels en volslagen onbegrijpelijk, toch vouwden we ze iedere keer verwachtingsvol open. Na een paar minuten verloor de kauwgom alle smaak. Omdat je er goeie klapbellen mee kon blazen, bleven we er toch nog lang op kauwen.’ Ik róók hem weer!

Bij vlagen deed Waterland me denken aan De jaren van Annie Ernaux, dat goed gelukte mengsel van autobiografie, geschiedenis en sociologie, al is dit boek minder ambitieus van opzet. Maar de geheimzinnigheid rond seksualiteit, en de ruwe kennismaking er mee, (hij zette me met zijn rug tegen de muur’), het lijkt op elkaar.

Alleen gebruikt Ernaux steevast ‘wij’ in plaats van ‘ik’, wat haar boek zo’n algemeen herkenbaar gevoel geeft.

Van der Pol heeft haar roman mooi opgebouwd. In het begin lees je alleen háár perspectief, later krijgen ook vader en moeder een verleden, en komen er ooms en tantes bij. Vooral de vader, die zich vanuit armoede moeizaam omhoogwerkt bij de NDSM, waar hij boekhouder is, is een tragische figuur, geplaagd door tbc. Hij raakt depressief en wordt zelfs opgenomen. En dan de moeder, begaafd zangeres uit een veel beter milieu. Ze wordt verpleegster en kiest toch voor deze armoedzaaier. In die tijd was je als vrouw nog veroordeeld tot het huishouden. Maar met haar eigengebakken brood manifesteert ze zich toch!


Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar 174 blz. € 22,99 (e-boek € 11,99)

Back to top