Twee vrouwen raken verstrengeld in een toxische relatie, waarbij de grens tussen feit en fictie vervaagt en waarin steeds twijfelachtiger wordt wie op wie parasiteert.
Aandacht genoeg voor dit prozadebuut van de Vlaamse dichteres Maud Vanhauwaert: ze stond op de shortlist van de Libris, won de Hebban debuutprijs en het boek is ook nog eens een van de 33 best verzorgde boeken van 2023 (een jaarlijkse lijst van boeken die een combinatie vormen van goed ontwerp, druk en bindwijze). Mijn exemplaar is al heel fraai met letters die uitsluitend voelbaar zijn, maar er bestaat ook nog een editie met een zogenaamde ‘Japanse binding’, waarbij je de pagina’s moet opensnijden. Zo vallen vorm en inhoud samen, is het idee, want het gaat over een jonge vrouw als een gesloten boek, die zich maar heel moeizaam laat kennen.
Wie is die Tosca? Geen personage, lezen we in een citaat van Nabokov vooraf. ‘Toska’ is een Russisch woord, dat zoiets betekent als verlangen met verdriet, weltschmerz. Dat is relevant want de 43-jarige hoofdpersoon, May Solovjov, is vertaalster Russisch, ze geeft ook les aan de universiteit. Ze woont samen met een vrolijke makelaar, Lou, die heel graag zwanger wil worden. Helaas loopt het gedoe met donorvaders en anonieme zaadleveranciers steeds op een teleurstelling uit.
Na een college krijgt May een mail van een zekere Aline, die schrijft dat het haar laatste wens was om dat te kunnen bijwonen. Ze blijkt een angstige, suïcidale, maar ook eigengereide en intelligente jonge vrouw van achttien, van wie May steeds meer in de ban raakt.
Vanhauwaert trekt je als lezer langzaam het verhaal in en het is dermate ‘plot-gedreven’ geschreven dat je wel blijft doorlezen, met als grote vraag: Wat is er ooit met dit meisje gebeurd? May ontwikkelt moederlijke gevoelens en raakt misschien wel verliefd op Aline. En natuurlijk ontstaat er spanning tussen May en haar vrouw Lou, die zich verwaarloosd voelt. Lou verlangt naar nieuw leven terwijl Aline verlangt naar de dood.
Aline legt steeds meer beslag op Mays leven. May, meid, waarom doe je dit allemaal? Denk je als lezer. Natuurlijk help je een ziel in nood, maar er is toch een grens. Als May weer eens midden in de nacht naar een donker bosje of een andere lugubere plek snelt, omdat Aline haar een sms heeft gestuurd. ‘Ik ervoer een vreemde opwinding, als voor een nachtelijke dropping van de scouts: ze heeft me nodig. Ik ga haar redden.’ Maar ja, wie zou zich niet aangesproken voelen als iemand schrijft: ‘U bent de enige mens met wie ik nog een wezenlijk contact heb.’
De relatie tussen May en Aline loopt dermate uit de hand, dat je je als lezer niet alleen verschrikkelijk begint te ergeren aan die Aline, en ook aan May, maar je je ook begint af te vragen: wie profiteert nu eigenlijk van wie? Wie helpt er en wie wordt er geholpen? Want May voelt zich duidelijk ook goed omdat ze iemand helpt.
De ontknoping is verrassend, ik zag hem niet aankomen, en hij maakt ook een hoop duidelijk. Dus ja, goed gedaan. Maar ook ben ik blij dat ik het uit heb, en niks meer met die lui van doen heb.
Uitgeverij Das Mag 244 blz. € 24,99 (e-boek € 12,99)